In de adventstijd zijn er elke zondagmiddag vespers in de kerk. Dit jaar wordt de rode draad gevormd door de vrouwen uit de familie van Jezus: Tamar, Rachab, Ruth en Bathseba. Vier vrouwen met een rafelrandje; in maatschappelijk opzicht telden ze nauwelijks mee. Ze hadden de moed om voor zichzelf op te komen en maakten ongebruikelijke en zelfs twijfelachtige keuzes om zich van een toekomst te verzekeren. Alle vier kregen ze zonen, die van groot belang waren in de geschiedenis van Israël.
De evangelist Matteüs noemt deze vier vrouwen in zijn aanloop naar de geboorte van Jezus. Hij noemt ook nog de naam van een vijfde vrouw: Maria, de moeder van Jezus. Voor haar was geen vesper meer beschikbaar, maar in de morgendienst van 11 december zal zij voor het voetlicht worden gehaald.